Met een lijfrente bouw je aan – extra – inkomen voor jouw oude dag.

Een lijfrenteverzekering of bancaire lijfrenterekening is een van de mogelijkheden om fiscaal vriendelijk een periodiek inkomen voor later op te bouwen. Een lijfrentevoorziening kun je opbouwen met een eenmalige inleg of periodieke inleg, bijvoorbeeld per maand, kwartaal, halfjaar. Beleggen of sparen. Precies wat bij jou en jouw situatie past.

Bij te weinig pensioenopbouw of bij geen pensioenopbouw heb je een pensioentekort. Je kunt dan de inleg op de spaar- of beleggingslijfrente  meestal aftrekbaar stellen jouw inkomen. Hierdoor betaal je minder belasting.

Je mag niet zomaar een lijfrente-inleg aftrekbaar stellen. De hoogte moet  eerst berekend worden met behulp van de jaar- en reserveringsruimte. De jaarruimte is van belang in het huidige jaar. En kun je benutten indien je op 1 januari van het huidige jaar de AOW-leeftijd nog niet hebt bereikt.

  • de jaarruimte is maximaal € 13.236,- (cijfers 2021).

Naast de jaarruimte is er de reserveringsruimte. Dit is de niet-benutte jaarruimte van de afgelopen 7 (zeven) jaren. En die kun je kunt inhalen.

  • de maximale reserveringsruimte is € 7.489,-; of
  • indien je 10 jaar voor de AOW-datum zit € 14.785,- (cijfers 2021).

Het lijfrentekapitaal in de bancaire of verzekerde lijfrente is vrij van vermogensrendementsheffing, Box-3-belasting.

Ondernemers kunnen ook een stakingswinst lijfrente-, FOR lijfrente of ODV lijfrente afsluiten.

Wanneer je een lijfrente laat uitkeren, betaal je weer belasting. Meestal is dat minder dan het belastingvoordeel tijdens de opbouwperiode omdat je vanaf de AOW-datum tot een bepaalde grens minder belasting bent verschuldigd. Een lijfrentekapitaal wordt dus niet ineens, maar periodiek uitgekeerd over een reeks van jaren.

Komt jouw lijfrente vrij? Dan kun je kiezen uit de volgende mogelijkheden:

  1. Lijfrente uitkeren vast
  2. Lijfrente uitkering beleggen, ook wel variabele lijfrente genoemd
  3. Lijfrente uitstellen tegen een vaste of variabele rente
  4. Lijfrente uitstellen beleggen

In het verleden zijn de belastingregels over lijfrenten nogal eens gewijzigd. En dat bepaalt de mogelijkheden die je hebt met de lijfrente. We zetten dit hieronder op een rijtje:

Ingangsdatum Looptijd Maximale uitkering per jaar

Overbruggingslijfrente (tot 2006 opgebouwd)

Vrij te kiezen Keuze tot ingang pensioen, 65 jaar of AOW-datum 63.288 euro
Tijdelijke oudedagslijfrente Uiterlijk 5 jaar na AOW-leeftijd Minimaal 5 jaar 22.443 euro
Oudedagslijfrente Uiterlijk 5 jaar na AOW-leeftijd Minimaal 20 jaar (bancair) Onbeperkt
Nabestaandelijfrente Direct na overlijden of datum waarop ANW-uitkering vervalt Tijdelijk of levenslang. 1%-sterftekans of minimaal 5 jaar of 20 jaar (bancair) Onbeperkt

Bij de keuze voor de lijfrente uitkering spreek je meteen af wat er met de lijfrentetermijnen moet gebeuren na jouw overlijden.

Bij een verzekerde lijfrente kiest je een overgangspercentage van 0%, 70% of 100% van de uitkering na jouw overlijden voor jouw partner.

Bij een bancaire lijfrente zijn standaard zijn de wettelijke erfgenamen de gerechtigden van de uitkering na jouw overlijden. De uitkering loopt ongewijzigd door. Of aan de erfgenaam zoals je in jouw testament hebt bepaald.

Meestal laat je de lijfrente niet zomaar uitkeren en maakt je een financieel en fiscaal plan.

Lees hier meer over onze werkwijze?